Paragrafen

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Ontwikkelingen

Naam ontwikkeling 

Beheer en onderhoud na oplevering Zuidelijke Ringweg

Deelprogramma 2.1:

Kwaliteit Leefomgeving

Omschrijving & actie

Naar aanleiding van de werkzaamheden aan de Zuidelijke Ringweg hebben we twee ontwikkelingen geconstateerd die invloed kunnen hebben op het beheer en onderhoud. In een aantal gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd in het kader van de ARZ is er sprake van groei van de Japanse duizendknoop. Door de grondwerkzaamheden in het kader van de ARZ en het verplaatsen van grond bestaat een grote kans dat deze exoot zich kan verspreiden binnen het werkgebied van ARZ. Het bestrijden ervan is zeer kostbaar. De werkzaamheden aan de Zuidelijke ringweg worden uitgevoerd conform een moderne overeenkomst. Er staan flinke boetes op het te laat opleveren van het project. Dit maakt dat de aannemer vooral aan het bouwen is en met een zo groot mogelijke snelheid. We constateren daardoor risico 's voor hogere kosten voor het onderhoud en beheer na oplevering Zuidelijke Ringweg. 

Naam ontwikkeling 

Regelingenwoud

Programma

3. Vitaal en Sociaal

Omschrijving & actie

Voor mensen die moeilijk kunnen rondkomen of moeilijk mee kunnen doen, kennen wij een groot aantal regelingen dat hen (financieel) helpt. De voorwaarden en de eisen die we stellen aan bewijsstukken kennen verschillende procedures. Gevolg is dat inwoners door de regelingenbomen het regelingenbos niet zien. Hierdoor bestaat het risico dat inwoners die recht hebben op een regeling hier geen gebruik van maken. Dit kan leiden tot knelpunten op andere levensgebieden. We hebben een aantal maatregelen genomen om de eenvoud en toegankelijkheid van regels en voorzieningen te vergroten.
Naast het eenvoudiger en toegankelijk maken van bestaande regelingen en voorzieningen, willen we ook onderzoeken of het mogelijk is om het aantal regelingen te verminderen, aan te passen of meer in samenhang te brengen met andere doelen en voorzieningen binnen het sociaal domein. Dit moet leiden tot minder en eenvoudiger regelingen die meer uitgaan van de behoefte en de situatie van de inwoners. Het kappen van het regelingenwoud kan ertoe leiden dat de uitgaven aan regelingen en voorzieningen kunnen toenemen. Hiervan kunnen we op dit moment nog geen inschatting maken.
Actie: monitoring van uitgaven.

Naam ontwikkeling 

Uitvoeringskosten inburgering

Deelprogramma

3.1 Werk en inkomen

Omschrijving & actie

De beschikbare middelen ter dekking van de uitvoeringskosten inburgering en financiële ontzorging zijn niet gekoppeld aan de taakstelling en worden dus niet verhoogd bij verhoging van de taakstelling. Voor 2024 en 2025 is er sprake van een verhoogde taakstelling wat, samen met de grote groep 'oude wetters' die ook nog begeleid worden, leidt tot een tekort op het uitvoeringsbudget. Hiervoor worden knelpunten ingediend. Er is nog geen zicht op taakstelling voor 2026 en verder en wat de bijbehorende uitvoeringskosten zullen zijn. Dit kan pas berekend worden op het moment dat de taakstelling bekend is. Actie: Volgen en rapporteren. Zodra de financiële consequenties bekend zijn, bezien hoeveel aanvullende middelen nodig zijn (knelpunt).

Naam ontwikkeling 

Biomassa installatie Kardinge

Deelprogramma

3.4 Sport en bewegen

Omschrijving & actie

Qua vergunning mag de biomassa installatie gebruikt worden. Het risico qua vergunning is nu van de baan. Wel is er een maatschappelijke discussie of een biomassa installatie van deze tijd is. Ook qua bedrijfsvoering is het een kwetsbare installatie. De wens is er vanuit onze organisatie om te stoppen. Zeker in het kader van duurzaamheid wordt er onderzocht of er een alternatief is middels heath pipes en pv panelen etc. Dit houdt in dat de biomassa in de boekhouding afgeboekt dient te worden, omdat er nog wel een boekwaarde op zit en er dient geïnvesteerd te worden in duurzaamheid. Dit is een financiële casus en zit ook risico in.

Naam ontwikkeling 

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Deelprogramma

Diverse

Omschrijving & actie

De verduurzamingsopgave van het maatschappelijk vastgoed is een forse gemeentelijke (en landelijke opgave). De doelstellingen zijn vastgelegd in de Klimaatwet, waarbij we in 2030 49% minder broeikasgassen moeten uitstoten en in 2050 95% minder ten opzichte van 1990. De tendens is dat deze doelstellingen steeds verder aangescherpt worden om de opgave te versnellen. Europees is de ambitie inmiddels verhoogd naar 55% reductie in 2030 en landelijk is de intentie dit verder te verhogen naar 60%. Om deze versnelling van de ambities mogelijk te maken is diverse wet- en regeling in ontwikkeling.
Een potentieel belangrijke ontwikkeling is daarbij dat de Europese Commissie voor eigenaren van maatschappelijk vastgoed een concrete renovatieverplichting instelt. Het betreft een verplichting om per jaar minimaal 3% van het vloeroppervlak van al het (maatschappelijk) vastgoed te renoveren naar een nieuwbouwnorm, waarbij dan afhankelijk van het type gebouw energielabel A++ of A+++ gaat gelden. Het invoeren van een dergelijke verplichting betekent ook voor onze gemeente een forse versnelling van de opgave. Deze potentiële opgave wordt verder uitgewerkt in een Uitvoerings- en Investeringsprogramma Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed (2024). Een dergelijke opgave zou voor de gemeente een substantiële jaarlijkse financiële opgave met zich meebrengen.
Actie: ontwikkeling regelgeving volgen en betrekken in het op te stellen gemeentelijke Uitvoerings- en investeringsprogramma Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed.
 

Naam ontwikkeling 

Verbeterprogramma beheer en onderhoud sportaccommodaties en sportcentrum Kardinge.

Programma

03.4.1 Sportieve infrastructuur

Omschrijving & actie

Het beheer en onderhoud van de sportaccommodaties is een taak van Sport050. Het vastgoedbedrijf voert een deel van het groot onderhoud uit in opdracht van Sport050. Dit werd decennia lang budget gestuurd uitgevoerd. Door de verplichting vanuit de financiële verordening om (conform NEN 2767 conditie 3) planning gestuurd te werken vanuit een financiële voorziening voor het onderhoud, is de huidige werkwijze niet langer houdbaar. De MJOP zelf moest geactualiseerd worden. Het Verbeterprogramma beheer en onderhoud sportaccommodaties behelst een technische, juridische en administratieve analyse van de panden. Voor zover relevant wordt een voorstel geformuleerd voor het eventueel het wijzigen van de eigendomssituatie. In 2024 worden hier onder regie van een externe projectmanager verschillende deelprojecten voor ingericht, bijvoorbeeld op het gebied van eigendomsposities en het formaliseren van diverse afspraken.  Om te bepalen of de bestaande sportaccommodaties toekomstbestendig zijn, zal er een koppeling worden gemaakt met het eind 2024 op te leveren "Masterplan Sportvoorzieningen". De herijking van het proces van beheer en onderhoud voor de sportaccommodaties wordt in de loop van 2024 afgerond en zal eind 2024 voorgelegd worden aan de raad.
Sportcentrum Kardinge.
Het sportcentrum Kardinge is vanaf 2023 technisch afgeschreven. Tot het moment dat het nieuwe (nog te bouwen) sportcentrum open gaat, zullen we de komende jaren stevig aan het werk moeten om het op niveau te houden. Het huidige meerjaren onderhoudsplan wordt op dit moment geactualiseerd, maar het kan niet uitgesloten worden dat wij de komende jaren verrast worden door onvoorziene gebeurtenissen en (tijdelijke) uitval van installaties.  Deze (tijdelijke) uitval heeft diverse consequenties. Financieel gaat het om kosten van vervanging/reparatie en op het gebied van dienstverlening gaat het om bijvoorbeeld tijdelijke sluiting van bepaalde delen van Kardinge, hetgeen zorgt voor inkomstenderving en imagoschade.

In de begroting 2023 van Sport 050 is een jaarlijkse structurele aanvullende bijdrage van 625 duizend euro vanaf 2023 beschikbaar gesteld (waarvan 500 duizend euro voor aanvulling van de onderhoud- en beheerbudgetten). Eerder is een bandbreedte van 500 duizend euro tot 1 miljoen euro afgegeven voor aanvullend benodigd budget. In hoeverre de in de begroting 2023 toegevoegde structurele middelen toereikend zijn wordt duidelijk na de volledige analyse van de gegevens in 2024.
T.a.v. sportcentrum Kardinge: extra monitoren onderhoudstoestand, actualiseren MJOP’s en project “Toekomst Kardinge”.

Naam ontwikkeling 

Baggeren van sloten sportparken

Programma

3.4 Sport en bewegen

Omschrijving & actie

De afdeling Stadsingenieurs zijn bezig met onderzoek naar de mogelijke vervuiling van slib in sloten. De onderzoeken lopen nog. Ook sloten rondom sportparken. Er bestaat een kans dat bij geconstateerde vervuiling de sloten uitgebaggerd dienen te worden rondom de sportparken. Er zijn op dit moment (nog) geen concrete baggerwerkzaamheden noodzakelijk. Zoals het nu lijkt zal dat op zijn vroegst in 2025 aan de orde kunnen zijn. Indien er gebaggerd dient te worden gaat dit gepaard met substantiële kosten welke voor Sport050 zullen zijn. De hoogte van de kosten kunnen pas worden bepaald als het onderzoek per sportpark is afgerond. Gezien de hoeveelheid sportparken en sloten zal een gefaseerde aanpak noodzakelijk zijn. Acties: Volgen en rapporteren. Zodra de financiële consequenties bekend zijn, bezien hoeveel aanvullende middelen nodig zijn (knelpunt).

Naam ontwikkeling 

Volumestijging in relatie tot dienstverleningsbudgetten

Programma

3. Vitaal en sociaal

Omschrijving & actie

Gemeenten ontvangen een deel van de dienstverleningsbudgetten voor re-integratie via de algemene uitkering (AU) van het gemeentefonds (GF):
1. Middelen voor activering van ‘klassieke’ bijstandsgerechtigden;
2. Middelen voor begeleiding en activering van nieuwe doelgroepen – begeleiding regulier (voormalig WSW) en voormalig Wajong.
Voor de klassieke doelgroep geldt dat het volume van tijd tot tijd varieert en vooral meebeweegt op de golven van de conjunctuur. Daarnaast is het volume afhankelijk van Rijksbeleid (bijvoorbeeld P-wet, WW, pensioenen en asiel) en de gemeentelijke beleid- en uitvoeringspraktijk. Op dit moment bevindt het aantal uitkeringen zich, met name door de lage werkloosheid en de krappe arbeidsmarkt, op een historisch laag volume. De middelen die via het GF beschikbaar komen, verhouden zich goed tot dit volume en de directie Werk & Participatie kan een intensieve dienstverlening aanbieden aan een grote groep inwoners zonder werk. Wanneer de Nederlandse economie in een recessie terechtkomt en de werkloosheid stijgt dan zal ook het aantal inwoners met een uitkering toenemen. De middelen om mensen te begeleiden richting werk of werkfit te houden nemen niet automatisch toe en dat betekent dat er binnen de beschikbare middelen een afweging moet worden gemaakt welke mensen wel/(tijdelijk) niet worden ondersteund. Wanneer het onwenselijk is om dienstverlening aan inwoners (tijdelijk) op te schorten dan moet vanuit de algemene middelen aanvullend dienstverleningsbudget beschikbaar worden gesteld. Gelet op de krappe arbeidsmarkt lijkt het risico klein dat op korte termijn de werkloosheid sterk gaat toenemen. Voor de langere termijn is het goed om dit risico te benoemen. Voor de nieuwe doelgroepen geldt dat de omvang de komende jaren autonoom gaat toenemen.

Deze toename hangt samen met het beperken van de toegang tot de Wajong en het dichtzetten van de toegang tot de WSW. Jonge inwoners met een arbeidsbeperking en arbeidsvermogen die bij een werkgever aan de slag kunnen, worden door de gemeente ondersteund in plaats van door het UWV en komen ook niet meer in de WSW terecht. In de Integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel Participatie waren tot en met 2022 middelen voor de begeleiding van deze doelgroepen opgenomen. De macrobudgetten namen jaarlijks toe als gevolg van de toename van de doelgroepen. Per 2023 zijn de middelen voor begeleiding overgeheveld naar het cluster Participatie van de AU van het GF (zoals dit in 2019 ook al met de klassieke re-integratiemiddelen was gebeurd). Tegelijkertijd vindt er een herijking plaats van het GF. Dit gaat gepaard met verschuivingen ofwel herverdelingen, ook al blijven de macrobudgetten ten opzichte van de oude situatie gelijk. Door de overheveling is de automatische koppeling tussen de nieuwe doelgroep die in omvang toeneemt en de middelen die we krijgen verdwenen. Hierdoor bestaat de kans dat er onvoldoende middelen beschikbaar worden gesteld voor de begeleiding van de nieuwe doelgroep. 

Naam ontwikkeling 

Bijzondere Bijstand inzake kosten beschermingsbewind

Programma

3. Vitaal en sociaal

Eind januari 2024 zijn er twee uitspraken gedaan door de rechtbank Noord-Nederland inzake bijzondere bijstand beschermingsbewind. Op 5 maart 2024 heeft het college besloten tegen deze uitspraken in hoger beroep te gaan. Over de gevolgen die dat besluit heeft voor andere zaken heeft het college nog niet besloten. Op dit moment is derhalve niet duidelijk wat de financiële effecten zijn voor de vergoeding van de kosten beschermingsbewind vanuit de bijzondere bijstand. Effect wordt betrokken bij het opstellen van de begroting 2025.

Naam ontwikkeling 

Drinkwatervoorziening

Programma

Kwaliteit leefomgeving

De drinkwatervoorziening staat landelijk op de lange termijn onder druk. In de rijksbrief Water en bodem sturend (25 november 2022) worden vanwege verwachtte drinkwaterschaarste een aantal structurerende keuzes beschreven in relatie tot 'voldoende water'. Zowel door autonome ontwikkeling, zoals klimaatverandering, als door gestuurde ontwikkelingen, zoals voorgenomen stedelijke uitbreiding, geldt dit mogelijke tekort ook voor de gemeente Groningen.
Waterbedrijf Groningen verwacht een afname van de aanvoer van water (uit de Drentsche Aa) als gevolg van klimaatverandering en geeft aan in de toekomst mogelijk niet bij alle nieuwbouwlocaties in de provincie Groningen drinkwateraansluitingen te kunnen garanderen. De operationele reserve voor water ligt op dit moment tussen de nul en twee procent, terwijl de norm op tien procent ligt. Met die reserve moeten tegenvallers worden opgevangen, zoals perioden van droogte. Er is geen ruimte om een onverwachte stijging in de vraag op te vangen. Voor stedenbouwkundige uitbreiding ontstaat hierdoor een potentieel infrastructureel knelpunt. De drinkwatervoorziening kan bovendien niet los gezien worden van ontwikkelingen in de infrastructuur en toekomstvisies op de afvalwaterinzameling en -zuivering.
De waterkwaliteit van de Drentsche Aa is daarnaast een bedreiging voor de drinkwaterproductie. Bedreigingen van de oppervlaktewaterkwaliteit ontstaan bijvoorbeeld door de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater. Circa 50% van het drinkwater wordt gewonnen uit oppervlaktewater. Naar aanleiding van het UPDA eindrapport over het oppervlaktewater van de Drentsche Aa en de conclusie dat de kwaliteitsdoelen van het programma niet zijn gehaald, heeft de provincie Drenthe een adviescommissie ingesteld om te adviseren over het vervolg.

Met de actualisatie van de gemeentelijke omgevingsvisie en het omgevingsplan, het water- en rioleringsprogramma en het regionale waterketenakkoord, hebben we de mogelijkheid om de drinkwaterbelangen steviger te verankeren in ons beleid. Het is van belang dat bij mogelijke stedenbouwkundige ontwikkelingen de drinkwatervoorziening vroegtijdig geagendeerd en in ketenverband wordt samengewerkt, bijvoorbeeld ten aanzien van reductie van drinkwatergebruik. Daarnaast is het van belang zowel ambtelijk als bestuurlijk deel te nemen aan relevante overlegorganen om ons belang blijvend onder de aandacht te brengen. Aan de hand van ons beleid zorgen we ervoor dat het aantal riooloverstorten wordt verminderd en kunnen we planologische regels opnemen in het Omgevingsplan voor de bescherming van schoon en voldoende drinkwater. We voeren een lobby naar partijen die stroomopwaarts verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het drinkwater. We doen dit samen met het waterbedrijf o.a. in het Overlegorgaan Nationaal Park Drentsche Aa en in een nieuw regionaal waterketenakkoord.

 

 

Deze pagina is gebouwd op 07/08/2024 11:48:14 met de export van 07/08/2024 11:41:08