Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Bij de uitvoering van onze taken worden we geconfronteerd met risico’s en ontwikkelingen die financiële gevolgen kunnen hebben voor de gemeente. De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de gemeente is door de risico’s af te zetten tegen de mogelijkheden om de risico’s op te kunnen vangen.
Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen kijken we naar de verhouding tussen risico’s en beschikbaar weerstandsvermogen, naar de omvang van de reserves (Algemene reserve/reserve Grondzaken) en naar de ontwikkeling van de financiële kengetallen. We doen dit voor een periode van vier jaar (dynamisch weerstandsvermogen).
Het weerstandsvermogen laat zien of de gemeente in staat is de effecten van risico’s op te vangen. Als maatstaf hanteren we de ratio van het weerstandsvermogen. Deze geeft de verhouding weer tussen het beschikbare weerstandsvermogen (welke middelen zijn er om risico’s op te vangen?) en het benodigde weerstandsvermogen (welke risico’s lopen we?). Een ratio van 100% betekent dat er voldoende weerstandsvermogen beschikbaar is om het effect van de ingeschatte risico’s te kunnen opvangen.
Het kader voor het weerstandsvermogen en risicomanagement is vastgelegd in de op 22 april 2020 door de raad vastgestelde kadernota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2020 (75701-2020).
De ratio weerstandsvermogen is 134% in 2024 en 138% in 2025. Dit is nagenoeg gelijk aan de ratio’s bij de begroting 2024. Vanaf 2026 begroten wij in de begroting 2024 een structureel tekort van 22 miljoen euro. Al geruime tijd wordt landelijk met het Rijk gesproken over de toekenning van toereikende financiële middelen vanaf 2026 maar dit heeft tot nu toe slechts deels tot een oplossing geleid. Dit financiële risico leidt naar verwachting tot een forse verslechtering van de ratio weerstandsvermogen tot 112% vanaf 2026. Per 2027 daalt de ratio weerstandsvermogen tot 108%. Bij de begroting 2024 gingen we uit van een ratio van 111% in 2026 en 108% in 2027.
Het weerstandsvermogen is gebaseerd op een groot aantal inschattingen bij het bepalen van het benodigd en beschikbaar weerstandsvermogen. Voor een objectieve beoordeling van de financiële situatie van de gemeente kijken we ook naar financiële kengetallen. De kengetallen netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) en de solvabiliteit zijn gebaseerd op de omvang van de schulden en het eigen vermogen. De netto schuldquote in de jaarrekening 2023 is 124,4% en de solvabiliteit is 10,3%. De solvabiliteit zit onder onze eigen streefwaarde van 20% en is in vergelijking met andere gemeenten laag. Voor de korte termijn hanteren we een streefwaarde van 10%. Volgens het meerjarenoverzicht zal de solvabiliteit in 2025 10,9%, in 2026 11,2% en in 2027 11,2% zijn.
We zien grote nieuwe investeringen op ons af komen zoals opgenomen in de strategische investeringsagenda voor onder andere de energietransitie, nieuwe gebiedsontwikkelingen, onderwijshuisvesting, een nieuw muziekcentrum en de vervanging van maatschappelijk vastgoed. Dat betekent een toename van de risico’s op verschillende fronten en een grote toename van nieuw aan te trekken leningen. Deze ontwikkelingen zijn nog niet zichtbaar in de financiële kengetallen. Dit heeft eveneens effect op het weerstandsvermogen en de solvabiliteit.